Insecten kijken in je tuin of omgeving is leuk, interessant en leerzaam. Zaterdag 17 t/m zondag 25 augustus 2024 wordt voor de derde keer de wespentelling gehouden. Kenners zien tot nu toe weinig wespen (en wilde bijen). Wordt het jaar van de wesp de slechtste wespentelling tot nu toe ? Het is behalve leuk om te doen dus ook belangrijk. Op deze manier krijgen we een beeld.
Hoe tel je ?
Gedurende 30 minuten tel je alle wespen die je ziet, alle zweefvliegen en alle honingbijen. Je kan een timer zetten, dat hoeft niet, maar is wel zo handig.
Zorg ervoor dat je niet dubbel telt. Dus tel de aantallen die je tegelijkertijd ziet.
Twijfel je ? Gebruik dan de zoekkaart. Die kun je hier downloaden.
Of maak een foto en gebruik een herkenningsapp.
De foto’s van goedgekeurde waarnemingen op waarneming.nl zijn ook een goed hulpmiddel.
Kom je er niet uit maar weet je wel zeker dat het een wesp is ? Dan kun je die invoeren bij ‘wesp onbekend’. Weet je wel zeker welke wesp het is, maar staat die er niet bij ? Die kan je zelf toevoegen.
De telling voer je in op tuintelling.nl
Heb je dat nog nooit eerder gedaan dan moet je even een account aanmaken. Daarna kun je meedoen met deze en alle andere tuintellingen.
Korte uitleg bij de meest voorkomende soorten
- De limonadewespen dat zijn de twee welbekende die in de nazomer op zoetigheid afkomen en niet mensenschuw zijn. Het is een verzamelnaam voor twee soorten: de gewone wesp (vespula vulgaris) en de Duitse wesp (vespula germanica). Iedereen kent ze wel. Ze hebben een korte kop. Dat betekent dat de wang aan de onderkant van het oog bijna direct bij de kaaklijn zit. Dit in tegenstelling tot de langkopwespen die een langere wang hebben. Het is handig om een foto te maken. Ze zijn geel-zwart gestreept, soms met pijlvormige tekeningen op het achterlijf, een lijn op het borststuk. Het kopschild heeft bij de Duitse twee of drie puntjes en de gewone een streep in de vorm van een ankertje. Het oog is ingevallen en volledig gevuld met geel. Ze hebben zwarte antennes. De taille heeft een duidelijke knik.
Afmeting Duitse wesp: Lengte mannetje 13-17 mm, koningin 17-20 mm, werkster 12-16 mm.
Afmeting gewone wesp: Lengte mannetje 13-17 mm, koningin 16-19 mm, werkster 11-14 mm
De kans is het grootste dat je werksters ziet.
Duitse wesp (vespula germanica) – foto: Pieter van Breugel
- De franse veldwesp (polistes dominula) is slanker dan de limonadewespen, ze zijn wat langer, het lijf is slanker, de taille is sierlijk. Opvallend zijn de oranje antennes. En als ze vliegt dan zie je duidelijk haar hangende geel-oranje poten. De nesten zijn klein en open aan een zijde. Het is een warmteminnende soort. Het kopschild is volledig geel. Lijkt de wesp op deze beschrijving maar is het kopschild anders of zijn de antennes zwart ? Maak dan een goede foto van de kop, misschien heb je wel een zeldzaamheid te pakken!
Afmeting: lengte man en vrouw 10-17 mm.
Franse veldwesp (polistes dominula) – foto: Pieter van Breugel
- Langkopwespen (dolichovespula spec.). Ze lijken op de limonadewespen. De wang onder het oog tot waar de kaak begint, is groter (langer) dan bij de limonadewesp. De ingevallen ogen zijn niet gevuld met een gele vlek (zoals bij de limonadewespen) maar hebben enkel een gele lijn.
De werksters van de middelste wesp hebben veel zwart tussen het geel op het achterlijf. Typisch is de tekening op de zijkant van het borststuk in de vorm van een liggende 7.
In totaal zijn er zes langkopwespensoorten in Nederland, maar de kans op een andere dan de Saksische of de middelste wesp is uitzonderlijk klein.
Dus let vooral op de Saksische wesp (dolichovespula saxonica) of middelste wesp (dolichovespula media).
Afmeting middelste wesp: Lengte mannetje 15-19 mm, koningin 18-22 mm, werkster 13-15 mm.
Afmeting Saksische wesp: Lengte mannetje 13-15 mm, koningin 15-18 mm, werkster 11-14 mm.
De kans is het grootste dat je werksters ziet.
. Kop Saksische wesp (dolichovespula saxonica) – foto: Annemiek van Dijk
Middelste wesp (dolichovespula media) werkster – foto: Annemiek van Dijk
- De Europese hoornaar (vespa crabro) is een forse en imposante wesp die wel drie cm lang kan worden. De kop en het borststuk is rood met zwart, het achterlijf begint met rood en zwart en is verder zwart getekend met veel geel
Afmeting: Lengte mannetje 24-26 mm, koningin 28-35 mm, werkster 22-27 mm. De kans is het grootste dat je werksters ziet.
Europese hoornaar (vespa crabro) – foto: Regina Oors
- De Aziatische hoornaar (vespa velutina) is ongeveer 5mm kleiner dan de Europese hoornaar. Het meest opvallende is de kleuring. De kop en het borststuk zijn helemaal zwart. Het achterlijf begint zwart, halverwege is het achterlijf zwart met bruin en bij het einde van het achterlijf is er ook wat oranje/geel bij.
Afmeting: lengte mannetje 17-24mm, koningin 24-32mm, werkster 17-24mm.
Aziatische hoornaar – vespa velutina (man) – foto: Pieter van Breugel
- Urntjeswespen (eumenes spec.) zijn kleiner en slanker dan de limonadewesp. Daarbij valt het achterlijf op. De taille is erg dun en slank en het achterlijf eindigt in een stompe, wat druppelvormige uitstulping. Een soort bolletje aan een steeltje.
Afmeting: afhankelijk van de soort 11-17mm.
Urntjeswesp (eumenes spec.) – foto: Annemiek van Dijk
- De muurwespen (ancistrocerus spec.) behoren ook tot de plooivleugelwespen. Ze leven solitair in muren en je kan ze ook aantreffen bij bijenhotels. Het opvallendste zijn vaak de gele banden op het verder zwarte achterlijf: één band aan de basis en enkele banden wat verder naar achteren. Kop en borststuk zijn meestal vooral zwart met enkele gele vlekjes. De poten zijn meestal geel.
Afmeting: afhankelijk van de soort 7-16mm.
Muurwesp (ancistrocerus gazella) – foto: Pieter van Breugel
- Goudwespen (chrysididae indet.) zijn niet met andere wespen te verwarren. Ze zijn metallic van kleur. Groen / blauw met rood, soms wat geel/goudkleurig en er zijn er ook enkele bij die volledig blauw zijn. De juweeltjes onder de wespen en ze zijn vaak te zien in de buurt van bijenhotels. Het zijn koekoekswespen. Ze jagen dus niet zelf, ze leggen hun ei in het nest van een andere bij of wesp.
Afmeting: afhankelijk van de soort 2-12mm.
Goudwesp (hedrychum rutilans) – foto: Annemiek van Dijk
- Bijenwolf (philanthus triangulum) – de bijenwolf is een slanke wesp, kleiner dan de limonadewespen. De bijenwolf heeft een zwart met gele tekening waarbij de zwarte banden in het midden breder worden. Typerend is ook de koptekening. Zowel het vrouwtje als het mannetje lijken een soort kroontje met drie punten op het geel van het kopschild te hebben, waarbij het ‘kroontje’ van het mannetje duidelijker en groter is.
Bijenwolf (philanthus triangulum) – foto: Erik van der Spek
- Graafwespen overig (Crabronidae indet.): kom je bij het maken van een foto en het determineren niet verder dan graafwesp, dan kun je die aantallen hier invullen. Kom je wel tot een soort, dan kun je die apart invoeren. Let op: soms helpt het als je de wesp met een prooidier ziet. De snuittorendoder jaagt op snuittorren, de gewone vliegendoder jaagt op vliegen. In dat geval is het dus een vrouwtje, want die jaagt op de prooien voor het broed.
- Sluipwespen (parasitica indet. / Ichneumonidae indet.) zijn er in alle soorten en maten. De focus bij de beschrijving hier ligt op de grootste soorten. Mocht je kleine soorten tegenkomen van 1-3mm, schroom dan niet om deze ook in te voeren. Die tellen ook mee. De overige hebben meestal een zeer lang en slank lijf. Met een bijzonder lange taille, soms is het niet meer dan een steel tussen de rest van het achterlijf en het borststuk. Bij vrouwtjes kan de legboor zichtbaar aanwezig zijn tot zelfs zeer lang: soms langer dan 2x het gehele achterlijf. De antennes zijn vaak ook zeer lang en snoervormig. De kleuring is divers, oranje-geel, zwart met rood, zwarte antennes met witte antenneleden, het komt allemaal voor. Meestal wordt bij vrouwtjes de legboor achter het lijf gedragen, maar enkele soorten klappen de legboor op de rug. De mannetjes hebben geen legboor.
Afmeting: afhankelijk van de soort 1-40mm.
Sluipwesp (Ichneuminidae indet.) – Foto Regina Oors
- Bladwespen (Symphyta indet.) vallen op doordat ze als enige wespengroep niet de zogenaamde wespentaille hebben. Juist niet: het borststuk en het achterlijf zijn aan elkaar vergroeid. Ze zijn kleurrijk. Ze kunnen groen zijn of groen met zwart. Maar ook oranje, met meer of minder zwart, of volledig zwart, al dan niet met gele of witte vlekken en/of strepen of zwart met rood. Er zijn circa 550 soorten in Nederland en er is een grote variatie in uiterlijk en grootte. Sommige hebben dunne antennes, weer andere met een verdikt uiteinde als een knots. Er zijn ook soorten waarbij de legboor duidelijk achter het achterlijf uitsteekt.
Afmeting: afhankelijk van de soort 3-17mm.
Bladwesp (Arge pagana) – foto: Regina Oors
- Spinnendoders (pompilidae indet.) zijn vaak zwart of zwart met rode wespen die heel beweeglijk zijn. Ze hebben lange antennes, soms met lichte antenneleden ertussen. Ze zijn relatief groot, tussen de 6 en 15mm groot en hebben nagenoeg allemaal dezelfde bouw. Ze jagen op spinnen voor het broed en zijn ook te vinden doordat ze over de grond, tussen het gras op vrij kale stukken lopen. Of eigenlijk: meestal rennen. Het gedrag van spinnendoders wordt meestal als zeer beweeglijk, nerveus beschreven.
Afmeting: afhankelijk van de soort 3-18mm.
Gewone roodpootspinnendoder (Episyron rufipes) – foto: Erik van der Spek
- Stadsreus of hoornaarvlieg, twee namen voor dezelfde zweefvlieg. De zweefvliegen doen ook mee, althans de wespen look-a-likes. Want zweefvliegen kunnen als de beste bijen en wespen imiteren. Op die manier zeggen ze ‘pas maar op voor mij!’ en hopen ze uit de klauwen van predatoren te blijven. Opvallend aan zweefvliegen is dat de meeste zeer korte antennes hebben. Het zijn niet veel meer dan stompjes. En dat samen met de grote, opvallende ogen die een groot deel van het gezicht beslaan, is daarmee in een oogopslag te zien of je te maken hebt met een zweefvlieg (nauwelijk antennes) of een wesp (duidelijk aanwezige, tot zeer lange antennes).
Stadsreus of hoornaarvlieg (volucella zonaria) – foto: Regina Oors
- Is het niet de stadsreus of hoornaarvlieg dan kun je die invullen bij ‘overige zweefvliegensoorten’.
- De honingbij (apis mellifera) mag bekend worden verondersteld. Een mooi voorbeeld op deze foto waar een bijvlieg boven een honingbij hangt. Wie heeft de lange en wie heeft de korte antennes ?
Boven: bijvlieg, onder honingbij. Foto: Pieter van Breugel
- Wesp onbekend of juist een specifieke soort gezien ? Kom je er niet uit dan tel je die bij wesp onbekend. Is het een specifieke soort die niet in de lijst staat dan kun je die toevoegen.
Veel plezier en succes!